Ski

I) Ken je materiaal : technische kenmerken van een ski

1) De kern

De kern is het hart van de ski. Hij bepaalt de mogelijkheden en kan variëren naargelang de gezochtte eigenschappen en het beoogde gebruik. Men onderscheidt twee grote typen van kernen :

Hout : een nobel materiaal, sinds lang in gebruik bij de vervaardiging van ski's. Garantie voor een aardige portie nervositeit, biedt een ook een grote stevigheid en duurzaamheid.

Vaak zijn de kernen versterkt met vezels. Glasvezel voor de mechanische kwaliteiten, maar ook sinds kort basalt en aramide die nu titnium vervangen voor een toegenomen stroefheid en de capaciteit om schokken op te vangen zonder onnodig gewicht toe te voegen.

2) Het type constructie

De CAP-constructie

De kern bevindt zich binnenin een schaal. Het is de minst kostbare constructie maar ook de meest tolerante, de reden waarom men ze vaak terugvindt bij beginnersmodellen. Men vindt ze tevens terug bij een aantal brede ski's, waar ze de eerder harde kernen komt matigen.

De sandwich-constructie

Kwaliteti verzekerd. Meerdere lagen materiaal, uitgekozen voor hun mechanische eigenschappen, worden op elkaar geplaatst in functie van het profiel van de ski. De ski is stabieler en heeft meer grip maar wordt ook technischer

De mini-CAP sandwich-constructie

Het juiste midden voor technische skiërs alsook voor gevorderden. De idee : een CAP-structuur behouden aan de uiteinden voor het bevoordelen van een zekere tolerantie.

Met of zonder montageplaat ?

Ski's met montageplaat bieden een breed gamma aan afregelmogelijkheden, en winnen aan handelbaarheid door hun verhoofde positie. Te boren ski's bieden een beter gevoel met de ski en zijn bewegingen.

4) Camber en rocker

De camber bepaalt op welk terrein de ski zich het beste thuisvoelt

De klassieke camber : Het overbrengen van de ene skikant op de andere gaat sneller en preciezer. Een voordeel op de piste waar hij, bij parallel, pop en elan meegeeft.

De platte camber : Een tolerantmodel. De ski draait vanzelf maar behoudt toch een goede grip op de piste. Vaak toegepast bij freestyle en backcountry ski's waar het accent op speelsheid ligt.

De omgekeerde camber : Helemaal op zijn gemak in poedersneeuw. Laat de ski toe om gemakkelijker te vlotten en om instinctief bochten in te zetten. Fat freeride ski's kiezen vaak voor deze opzet gekoppeld aan een dubbele rocker voor meer handelbaarheid.

Wat de rocker betreft, die is direct overgewaaid uit de snowboardwereld. De ontwerpers zijn geinspireerd geweest door de structuur van de planken, door aan hun ski's een progressieve verhoging te geven aan de spatel. Dit kan beperkt blijven op all-mountain ski's tot zeer geprononceerd op fat freeride ski's. Het doel van de rocker is het draaien te vergemakkelijken en het versoepelen van het uitglijden in diepsneeuw.

Een rocker kan ook worden toegepast aan de hiel. Men spreekt dan van een dubbele rocker, meest toegepast op een gamma van freestyle of backcountry ski's, waar handelbaarheid en speelsheid van belang is.